Het verhaal van Bonte Nico

De bonte hengst Bonte Nico hield in de zestigerjaren van de 20e eeuw de gemoederen danig bezig. Ook in de media was er volop aandacht voor deze opvallende bonte, waarvan ons huidige Bonte Paarden stamboek het bestaansrecht (mede) heeft te danken!

Nico kwam op boerderij “Lunia State” bij Kees Hellinga, zoon van de eigenaar te Marssum. In Januari 1964 werd Nico in Alkmaar voor het eerst ter keuring aangeboden voor de Warmbloed fokkerij. In eerste instantie gebruikte Hellingasr. Nico voor de eigen merries en die van zijn zonen. Door de opvallende kleur ontstond al snel meer belangstelling voor deze hengst van boeren uit de buurt. Zo werd hij al snel een populaire “wilde hengst”.

Tegenwoordig staat op het dekken met niet goed gekeurde hengsten geen straf maar in het verleden lag dat toch even anders. In 1965 schreef de AID boetes uit aan de eigenaren van merries die met Bonte Nico hadden gedekt. Door het Landbouwschap werdt een in beslagname bevolen. Om Nico aan dit noodlot te doen ontsnappen schreef de eigenaar een brandbrief naar ZKH Prins Bernard. De Prins op zijn beurt speelde de brief door aan de toenmalige minister van Landbouw, Dhr. Van Biesheuvel. Tot twee maal toe werd er door persoonlijk ingrijpen van de minister Nico toegelaten voor alle fokrichtingen. Biesheuvel nam zijn besluit op grond van Artikel 13 van de toenmalige Paardenwet.

Het eerste besluit was geldig tot maart 1966 en Nico moest dan weer op de keuring worden gepresenteerd. Die keuring vond plaats in de Leeuwarder Friesland hal, alwaar een grote menigte belangstellenden op af was gekomen. Het besluit voor de inmiddels beroemde en beruchte hengst, viel opnieuw negatief uit. De commissie ‘struikelde’ met name over zijn zwakke rug, afhellende kruis, arm bespierde dijen en te weinig klasse in de benen. Ook bij Rijkskeuring bleef het besluit negatief. En opnieuw was Biesheuvel persoonlijk die ingreep en daarmee voorkwam dat Nico gedwongen in het slachthuis zou belanden. Biesheuvel’s toestemming voor Nico was geldig zolang dhr. Hellinga sr. in leven was. Enkele seizoenen wordt Nico in het Zuid Hollandse Hoornaar ter dekking gesteld, waarna hij in 1973 weer terug verhuisde naar Friesland en bij Hettinga’s kleinzoon Gerben van der Velde kwam te staan.

Populair

Het was vooral de bonte kleur die ervoor zorgde dat Nico immens populair werd. Zijn populariteit nam zulke grote vormen aan, dat niet alleen de regionale, maar ook de landelijke dagbladen regelmatig aandacht aan hem besteedden. De populariteit van de nafok drukte zich ook uit in geld, want veulens brachten standaard enkele honderden guldens meer op dan effen gekleurde leeftijdsgenoten. Het dekgeld was in die jaren ook nog te overzien, want voor de dekking werd 50 gulden betaald en bij dracht kwam daar nog 50 gulden bij. In zijn topjaar dekte Nico zo’n 150 merries, een gigantisch aantal voor die tijd, zeker ook omdat de dekkingen in de zestiger jaren uiteraard nog via de ‘natuutlijke weg’dingen en er geen KI bestond.

De populariteit van Nico was zo groot, dat jongelui een pluk uit de staart van hun ‘idool’stalen. In september 1966 was Nico de grote attratie tijdens de Sneeker ‘Bunte Happe Happening’, waarbij hij met negentien nakomelingen de show stal. Ook bij een heel andere doelgroep bleef zijn nafok niet onopgemerkt, want diverse kinderen werden voor optredens in circussen verkocht.

Het is aan het doorzettingsvermogen van dhr. Hellinga te danken, dat de fokkerij van bonte Friese paarden zo’n 50 jaar geleden gestalte kreeg.
Mede daaraan dankt ons huidige stamboek het bestaansrecht.